kwakzalver
Om maar direct met een openhartige bekentenis te beginnen, ik ben een snuffelaar. Ik ruik aan dingen. Zelfs aan mensen af en toe, maar daar probeer ik geen gewoonte van te maken. Soms, lang niet altijd, als ik in de buurt van mijn bijenkasten loop, dan ruik ik ze op afstand. Geloof me of niet, zelfs als ik vanaf de parkeerplaats naar mijn achterdeur loop, dan ruik ik soms mijn volkjes, terwijl die toch écht boven op het dak staan. Het is de combinatie van propolis, bijenwas en honing die ik verschrikkelijk lekker vind ruiken. Voorjaarsinspectie, ja dat zal wel, maar ik haal gewoon even het deksel eraf, dan het plastic en dan ruik ik dat het goed is…
Zo maakte ik ook zelf eens een tinctuurtje van ruwe propolis, opgelost in alcohol en smeerde het op alle vermeende aandoeninkjes, op eigen- en andermans huid. Zo ook op het linkerhandje van kleinzoon Max. Ik zou hem wel even van zijn hardnekkige eczeempje afhelpen en gaf hem ook een klein beetje mee naar huis. Twee dagen later kreeg ik een boze, verontruste schoondochter aan de lijn. Het handje was inderdaad veel vuriger en pijnlijker dan anders…
Onlangs vroeg een vriendelijke vrouw mij om échte bijenwas. Ze maakt er crèmepjes en zalfjes van, met toevoegingen als jojoba, kokos- of amandelolie. Van Gerhard P. kreeg ik een mooi bloc, want ik smelt niet. Vanzelfsprekend adviseerde ik haar er ook één te maken met een vleugje propolis, als ontstekingsremmer. Maar maak het vooral niet te sterk, zei ik…..
dick leene maart’21